Vernieuwde Roald Dahl boeken: moderne kaften, dezelfde betovering

Meneer Hoppe vindt zijn buurvrouw, mevrouw Zilver, heel leuk, maar hij durft het haar niet te vertellen. Op een dag hoort hij dat mevrouw Zilver graag wil dat haar schildpad groter wordt. Meneer Hoppe bedenkt een slim plan met een toverspreuk om haar te helpen. Zou zijn plan werken voor de schildpad en ook voor hemzelf?

Roald Dahl heeft hele spannende rijmpjes geschreven over nare dieren, zoals een leeuw, krokodil en een schorpioen.

In deze verhaaltjes ga je griezelen met de rijmpjes van Roald Dahl. Hij vertelt over negen dieren die niet zo lief zijn, waaronder een miereneter die wanhopig op zoek is naar een maaltijd en een stekelige schorpioen.

Doe de deur op slot! Pak een geweer! Vooruit! Schiet op! Ik hoor het weer! Te laat! Nu zijn we er geweest! O, wat een griezelig, vies, groen beest! Zijn tanden blikkeren, zijn ogen ook… ’t is die levensgevaarlijke KROKELEDOOK!

Billy komt in een oude snoepwinkel drie hele bijzondere dieren tegen: een pelikaan, een giraffe en een bruine aap. Deze dieren hebben een bedrijf waar ze ramen schoonmaken zonder een ladder te gebruiken. Samen met Billy krijgen ze een heel speciale taak. Dan ontdekken ze dat ze veel meer kunnen dan alleen ramen wassen!

Het verhaal gaat over een enorme krokodil die heel graag een kind wil opeten als lunch. Omdat hij zo groot en slim is, bedenkt hij plannen zodat de kinderen hem niet aan zien komen. Op weg naar de stad vertelt hij aan andere dieren over zijn stiekeme plannen. Die dieren vinden de krokodil maar gemeen en hopen dat iemand hem in soep of puree verandert. De krokodil krijgt heel veel honger en wil nu wel drie kinderen eten! Dan begint hij met zijn eerste plan om een kind te vangen…

Het verhaal “De fantastische meneer Vos” gaat over een slimme vos en drie boze boeren. De boeren zijn heel rijk en gemeen. Eén heeft een kippenboerderij, een ander heeft eenden en ganzen, en de derde heeft kalkoenen en appels.

Meneer Vos woont met zijn vrouw en kinderen in het bos. Elke avond vraagt hij aan zijn vrouw wat ze wil eten. Daarna gaat hij stiekem naar een van de boerderijen om eten te halen voor zijn familie.

Maar de drie boeren zijn het zat dat Meneer Vos steeds hun eten steelt! Ze bedenken een plan om hem te stoppen. Maar Meneer Vos is heel slim en laat zich niet zomaar vangen…

Heintje verveelt zich en is dat beu. Hij kijkt uit het raam en ziet het grote, geheimzinnige Woud van het Kwaad. Zijn moeder heeft gezegd dat er hele enge monsters in dat bos zijn. Maar Heintje denkt dat er misschien lekkere aardbeien zijn, dus hij gaat toch naar het bos. Niet lang nadat hij daar is, begint een enorm groot beest hem achterna te zitten. Heintje denkt: “Had ik maar naar mijn moeder geluisterd!” Misschien kunnen de minpins, een soort kleine wezentjes, hem wel helpen.